© Els De Roeck

© Els De Roeck

 

Biografie

Thijs Van der Linden (b. Aalst, Belgium, 1983)

In veel gevallen is een boom de levende getuige van wat zich historisch heeft afgespeeld. Aan de Pont du Gard staat een olijfboom die quasi even oud is als het Romeins architecturaal wereldwonder, meer dan de natuurstenen schijnen die olijven de tastbare herinnering aan wat er in al die eeuwen heeft plaatsgevonden, wie er allemaal voorbij gewandeld is. En in veel Vlaamse dorpen staat een lindenboom centraal, als herdenking aan wereldoorlogen maar even vaak als centrale as waarrond het dagelijkse leven zich voltrok en waar de verbinding tussen dorpsgenoten plaats had. Bomen geven een identiteit aan wat er zich rondom afspeelt, maar voor Van der Linden mogen we de individualiteit van die verschillende bomen evenmin vergeten.

Kunstenaar Van der Linden bouwt aan een oeuvre waarin de boom de centrale lijn is. Als een archivaris is hij enorm toegewijd aan het documenteren van hoe bomen ons leven meer beïnvloeden dan we er bij stilstaan. En niet zonder meer benadrukt het resultaat van zijn toewijding de individualiteit van al die natuurlijke creaties. Het is moeilijk om de positie van Van der Linden te duiden. Door het gebruik van verschillende media om de boom te documenteren gedraagt de kunstenaar zich als een archivaris. Maar door zo toegewijd te zijn, lijkt hij op een sjamanistische manier contact met bomen te leggen of te herstellen. En naast de kunstenaar als archivaris en sjamaan is de filosoof of fenomenoloog misschien nog het meest aan de orde. Zijn werk is de filosofie van een doorwrocht fenomenoloog die een levend object als kernvraag heeft uitgekozen. Meer dan Merleau-Ponty of Sartre blijft Van der Linden alleen aan de boom verknocht. Misschien is het geen toeval dat net het be- en aanschouwen van een boom voor veel fenomenologische filosofen de belangrijkste leerschool van het zijnde was.

Bart Marius, 2018. ( Artistiek leider Museum dr. Guislain. )

———

Thijs Van der Linden steekt zijn fascinatie voor bomen niet onder stoelen of banken maar erin. Zijn werk valt op door coherentie. Hij drukt respect en zin voor conservatie van bomen uit in verschillende vormen en technieken, van tekening , collage, grafisch werk tot sculptuur met evenveel kunde. Hij behandelt ze als geliefde mensen; accentueert hun grilligheid door ze te confronteren met geometrische vlakken en lijnen of onderdeel te laten worden van een mensenlichaam. Hij wil ze zo lang mogelijk bewaren, door voor hen een eigen wereld uit herinneringen te creëren. Van minuscuul detail tot monumentaal beeld is alles even consequent fijn uigewerkt hoewel nooit af. En juist deze groei in zijn project(en) wekt interesse en nieuwsgierigheid naar meer.

Christel Lanckvrind, 2018.

———

Thijs Van der Linden ( ° 1983, Aalst, Belgium).

Het werk van Thijs Van der Linden bezit een heel sterke autobiografische achtergrond. De fascinatie van de kunstenaar voor landschappen, bomen, hun textuur, hun geschiedenis, ... die je kan terugvinden in zijn tekeningen, drukwerken, installaties en monumentaal werk dateren al van zijn kindertijd. In deze periode ging hij vaak met zijn vader, erfgoed onderzoeker, mee op prospectie in het typische Vlaamse landschap. Deze periode aanziet hij als de meest invloedrijke periode in zijn leven, niet zozeer om de opeenstapeling van feiten maar eerder om de herinnering aan het monumentale landschap die net als een diareeks fragmentarisch door zijn geheugen blijft afspelen. Een andere invloedrijke factor doorheen het artistieke werk van Thijs Van der Linden is het documentatie centrum versus drukkerij die zijn overgrootouders en familie openhielden op de markt te “Zottegem”. Deze openbaring heeft bij de kunstenaar de liefde voor de oudheid, het verleden en de exploratie van “Het Archief” doen open bloeien.

“ Ik zou er veel voor geven om in de ondergrond van onze geschiedenissen te kunnen afdalen, om aan touwen neergelaten te worden in hun donkere schachten en grondlaag na grondlaag in het lamplicht voorbij te zien schuiven. Al wat de bodem geborgen heeft: grondvesten, hekstijlen, soepborden, soldatenhelmen, de skeletten van dieren en mensen in een verstilde chaos, de tot aardkorst gestolde maalstroom die ons verzwolg.” ( Erwin Mortier, Godenslaap, Amsterdam, 2009, p.7. )

Net als in dit citaat van schrijver Erwin Mortier gaat de kunstenaar op ontdekkingstocht naar onderliggende grondlagen doorheen de geschiedenis. De kunstenaar / Archivaris vertrekt meestal vanuit prenten die hij zorgvuldig uitkiest vanuit zijn eigen archief. Het archief van de kunstenaar bevat zowel restanten vanuit het documentatiecentrum als eigen gemaakte beelden. Uit deze prenten selecteert hij fragmenten die hij onder de loep neemt om ze dan uiteindelijk samen te brengen en te transformeren tot zijn eigen droomwereld. Een vervreemdende wereld waarin vervreemde soms vage landschappen, figuren en objecten schijnbaar in dialoog gaan met elkaar. Om dit alles te verduidelijken hanteert de kunstenaar diverse technieken. Enkele van deze technieken zijn het tekenen met zwarte stiften, het tekenen op thinner prints, etsen, ... .Het werk wordt geplaatst in een zwart kader die symbool staat voor een rouwrand, dit omdat de nieuwe werken bestaan uit archiefbeelden waarvan de betekenis ontdaan is. 

“ Verloren kansen bestaan niet. De ene kerft ivoor en tovert dit om tot het gelaat van een godin of koning die het hart ontroert. Een ander ciseleert zuiver goud en mogelijks is het voordeel dat hij eruit haalt voor de mens minder pathetisch. Noch aan de ene noch aan de andere werden het goud of het eenvoudig ivoor gegeven. De ene en de andere zijn slechts pad geweest en weg en doorgang. Voor jou zijn het slechts materialen voor een te bouwen basiliek. En aan stenen heb je geen gebrek. Zo ontbreekt de ceder evenmin aan aarde. Maar de aarde kan gebrek hebben aan ceders en met keien bezaaide heide blijven. Waarover klaag je? Verloren kansen bestaan niet want het is je taak om zaad te zijn. Beschik je niet over goud, kerf dan ivoor. Beschik je niet over ivoor, snij dan hout. Beschik je niet over hout, raap dan een steen op.” ( Antoine de Saint-Exupéry, Citadelle, 1930. ) 

Herkenbaar in het monumentale werk van Thijs Van der Linden zijn de natuurelementen die ontmoeting en herkenning reflecteren. Enerzijds plaats hij de natuurelementen in confrontatie met horizontale en verticale vlakken, vlakken met een functioneel karakter die dienen om op te liggen en om op te zitten, vlakken als geleiders om het geheel te belichten en de dialoog aan te gaan tussen dag en nacht. Anderzijds doet de kunstenaar ook aan conservatie van natuurelementen door er mallen, negatieven van te maken of door ze in te pakken met plaaster en siliconen vormen. Deze vormen worden afzonderlijk gepresenteerd. De conservatie van de bomen in hoofdzaak zijn voor hem een belangrijk gegeven. De kunstenaar aanziet elke boom als een individu met een eigen identiteit die hij probeert vast te leggen. Elke soort heeft zijn eigen karaktertrekken die zich telkens vertaalt in een andere vormgeving. Vanuit deze mallen ontstaan er terug nieuwe vormen en kruisbestuivingen die ons terug brengt tot een wereld die voortdurend onderhevig is aan verandering en mutatie. Thijs Van der Linden woont en werkt in Zottegem.

2012.

———

Thijs Van der Linden.

Titel expo: “ l' histoire se répète ” 

Kunstenaars zijn astronauten, zij komen als van een andere planeet, en zijn op een vreemd originele manier geïnteresseerd in alles waar men in het dagelijks leven meestal aan voorbij gaat. Hun werk bestaat erin om het leven achtereenvolgens te exploreren, dan te incarneren. Het leven van elk mens is een kunstwerk, maar artiesten beleven dat op een eigenzinnige manier, nu eens verhelderend, dan weer verhullend. 

Bij Thijs Van der linden is het niet anders: hij kijkt naar de zee, en ziet een dorre duinenrug, een beeld van een Duitse danseres verhuist in zijn leefwereld naar een Afrikaans tafereel. Een nieuwe realiteit ontstaat, de realiteit van de kunstenaar, die nu eens een betere wereld op het oog heeft, dan weer de wereld accepteert zoals die is, in al haar oer-schoonheid. Want daar is het hem bij Thijs om te doen: hij wil het bestaan verkennen zoals een astronaut door een zandig toendra landschap, hotsend - soms botsend -, vastberaden en overtuigd een nog ongekende realiteit achter het beeld te zullen ontdekken.  

Artiesten zoeken niet, ze vinden. Het was Pablo Picasso die ooit met zoveel woorden de magie van het kunstenaarschap verwoordde: “Je ne cherche pas, je trouve”. 

Zoals veel Zottegemnaren, frequenteerde ik als adolescent regelmatig het documentatiecentrum Bazar St-Jozef, aan de Markt op de eerste verdieping;  zo ook Thijs, die er bij zijn oom de smaak te pakken kreeg voor de oudheid, het verleden, kortom de exploratie van “Het Archief”. Vandaag werken die beelden, zowel de belangrijke historische prenten, maar even goed de vage details binnen landschap evocaties en stillevens, in op zijn verbeelding.We zien fragmenten uit die prenten, dikwijls uitvergroot, als wou hij het verleden onder een loep nemen en ontleden tot in de diepste wortelingen. Tegelijk stuurt hij de oorspronkelijke kleuren bij: de beelden transformeren in zijn (droom)wereld.

Het belang van deze tentoonstelling voor Thijs Van Der Linden, is vergelijkbaar met die welke Youri Gagarin mocht ervaren bij zijn eerste voetstappen op de maan. Thijs stond erop om deze tentoonstelling, zijn eerste solo, te mogen brengen op deze site in het Egmontkasteel hier, voor en bij de mensen, tussen wie hij is opgegroeid, een habitat waar hij van houdt. De astronaut koestert dus zijn lochting. Hij houdt ervan om onderweg, na het harde labeur in de kunstgieterij, waar hij het ambacht van retoucheur en bronsgieter uitoefent, zijn camionette aan de kant te zetten, en de natuur in te turen: een haas schiet voorbij, een zonsondergang kleurt de Boekelse einder rood, de oneindigheid wenkt en in Thijs’ verbeelding ontstaan nieuwe openingen. Organisch dienen nieuwe wegen zich aan.  

Architect Eddy Francois, 2010.